Als u met mp3-codering werkt, kunt u gebruikmaken van aangepaste instellingen om de geluidskwaliteit en de grootte van de geïmporteerde bestanden te beïnvloeden.
Aangepaste instellingen voor mp3-codering gebruiken
-
Kies ‘Bewerken’ > ‘Voorkeuren’, klik op ‘Algemeen’ en vervolgens op de knop ‘Importinstellingen’.
-
Kies ‘MP3-codering’ uit de keuzelijst ‘Importeren met’.
-
Kies ‘Aangepast’ uit de keuzelijst ‘Instelling’.
-
Kies de gewenste instellingen uit het dialoogvenster dat wordt weergegeven:
-
Stereo-bitsnelheid: Hoe hoger het aantal kbps (kilobits per seconde) voor mono en stereo is, hoe hoger de audiokwaliteit en hoe groter het bestand is. De meest gebruikte bitsnelheid voor mp3-stereobestanden ligt tussen 128 kbps en 192 kbps. Lagere bitsnelheden zijn het meest geschikt voor audiobestanden die alleen gesproken tekst bevatten. Lagere snelheden zijn minder geschikt voor muziekbestanden.
Met VBR (Variable Bit Rate-codering):
Bij deze instelling bepaalt de complexiteit van de muziek het aantal bits waarmee de muziek wordt opgeslagen. Hierdoor kan de bestandsgrootte tot een minimum worden beperkt.Samplefrequentie: Het aantal keren per seconde dat de golfvormen van de muziek digitaal worden vastgelegd. Hoe hoger de samplefrequentie is, hoe hoger de kwaliteit en hoe groter het bestand is. U voorkomt dat schijfruimte wordt verspild door een samplefrequentie te kiezen die niet hoger is dan de frequentie waarmee de muziek oorspronkelijk is opgeslagen. Aangezien de frequentie voor cd-kwaliteit 44,100 kHz is, heeft het bijvoorbeeld geen zin een hogere frequentie te kiezen als u muziek van een cd codeert. In het algemeen kunt u het best ‘Automatisch’ selecteren. Met deze instelling wordt de frequentie gebruikt waarmee de muziek oorspronkelijk is opgeslagen.
Kanalen: Als u geen stereoluidsprekers hebt of als de audiobestanden monauraal zijn, kiest u ‘Mono’ (monobestanden zijn ongeveer half zo groot als stereobestanden). Selecteer ‘Stereo’ of ‘Automatisch’ als u de mp3-bestanden op een stereo-installatie wilt afspelen. Als u ‘Automatisch’ selecteert, worden nummers in mono naar mp3-monobestanden en nummers in stereo naar mp3-stereobestanden geconverteerd.
Stereomodus: Als u ‘Normaal’ selecteert, bevatten de mp3-stereobestanden één spoor voor het rechterkanaal en één spoor voor het linkerkanaal. Deze twee kanalen bevatten vaak vrijwel identieke informatie. Als u ‘Joint Stereo’ selecteert, wordt het ene kanaal gebruikt voor informatie die voor beide kanalen gelijk is, terwijl het andere kanaal wordt gebruikt voor unieke informatie. Als u een bitsnelheid van 160 kbps of minder gebruikt, kan hierdoor de geluidskwaliteit van de geconverteerde audiobestanden worden verhoogd.
Slimme codering: Schakel dit selectievakje in om de coderingsinstellingen en de muziekbron door iTunes laten analyseren en aanpassen, zodat de kwaliteit van de gecodeerde bestanden optimaal is.
Frequenties lager dan 10 Hz filteren:
Als onhoorbare frequenties worden gefilterd, wordt het bestand kleiner en efficiënter. De geluidskwaliteit blijft echter behouden.